OPKOMST VAN DE ISLAM

In de 7e eeuw na Chr. werd in Arabië de grondslag voor een nieuwe godsdienst gelegd. Ze werd bekend als de islam, onderwerping aan Allah (God)’ betekent. De aanhanger ervan werden moslims genoemd. Ze wilden hun geloof zo ver mogelijk verspreiden en in minder dan 100 jaar breidden ze hun rijk uit van Spanje tot de grenzen van India.

Door de eeuwen heen namen ze steeds meer land van het Byzantijnse rijk af. Enkele malen bedreigden ze ook het christelijk Europa. In Frankrijk werden ze in 732 door Karel Martel bij Poitiers verslagen: zijn kleinzoon bestreed in de Pyreneeen en op de Middellandse Zee.

Ze beheersten enige tijd Sicilië en voerden in 846 zelfs aanvallen uit in de buurt van Rome. Van de 11e tot de 13e eeuw organiseerden de christenen kruistochten om de controle over het Heilige Land over te nemen, maar dat leverde uiteindelijk niets op.

In 1453 veroverden de Ottomaanse Turken ten slotte de overblijvende gebieden van het Byzantijnse rijk. De legendarische sultan Fatih Sultan Mehmed nam Constantinopel in.

VERSPREIDING VAN HET GELOOF

Toen de profeet Mohammed in 632 stierf, begon een lange periode van veroveringen. Islamitische krijgers op paarden en kamelen trokken naar het noorden om het Byzantijnse rijk aan te vallen. Tien jaar na de dood van de Profeet waren Syrie, Palestina en Egypte in Arabische handen gevallen. De islamieten trokken door Noord-Afrika naar het westen; in het oosten veroverden ze Irak, Perzie en Afghanistan. Overal waar ze kwamen verkondigden ze hun geloof. Vaak werden ze door de plaatselijke bevolking uitbundig verwelkomd, want de overheersing door de Byzantijnse christenen was helemaal niet populair. Miljoenen mensen bekeerden zich tot de islam. Vele christenen en joden wensten niet bekeerd te worden. Meestal lieten de islamitische vorsten hen met rust.

De eerste kaliefen (of heersers) waren allemaal Arabieren. Later kwam de macht in de handen van de Turken. Het waren oorspronkelijk nomaden die naar islamitische gebieden in Centraal-Azie waren getrokken, er waren bekeerd en veel macht hadden verworven.

DE HANDEL

Dankzij het islamitische rijk werd handeldrijven in het Nabije Oosten gemakkelijker dan voordien. De goederen konden over het gehele grondgebied worden vervoerd zonder over een vijandige grens te moeten trekken. Een enkele gouden munt, de dinar, was over het gehele rijk in omloop.

Vele goederen werden over de zee vervoerd. De islamieten importeerden hout uit India en Venetie in ruil voor goud uit West-Afrika, Arabie, Oost-Europa en zelfs Tibet. Andere goederen werden over het hele land vervoerd door kamelen, ezels, muilezels of paarden, die tot een kleine stoet of karavaan waren samengevoegd.

Produkten als glas en laken uit Syrie vonden hun weg in de islamitische landen, net zoals suiker, dat aanvankelijk in Irak en later ook in Egypte werd verbouwd. Kruidnagel, peperkorrels, gember en andere specerijen uit het Verre Oosten werden door Chinese kooplieden naar Tibet gebracht. Daar werden ze aan de Arabieren verhandeld

DE VERSPREIDING VAN DE ISLAM

In 1450 was de moslimwereld veel uitgestrekter dan de christelijke en de islam breidde zich steeds verder uit na die dagen. Terwijl de Spanjaarden een nieuw rijk veroverden in Amerika en Portugal in India en Oost-Indie zijn gebied uitbreidde, drongen de Ottomaanse moslims door in Centraal-Europa en liepen Hongarije onder de voeten.

In India rukten de mogoel-keizers steeds verder naar het zuiden op tot ze bijna het hele schiereiland onder controle hadden. Een derde groot islamitisch, het Safaviedenrijk, ontstond omstreeks 1500 in Perzie. Het islamgeloof werd ook verder verbreid in Afrika, Centraal-Azie en vorderde opmerkelijk snel in Maleisie en Indonesië.

WAT IS ISLAM

Om de Islam te begrijpen is het van belang te weten wat het betekent. Islam is Arabisch en het betekent onderwerping of overgave aan de wil van de enige echte God: die als enige het recht heeft aanbeden te worden.
Iemand die zich dus overgeeft aan de wil van de enige God wordt een moslim genoemd. Het woord ‘Moslim’ betekent ‘gehoorzaam aan God’ , maar het betekent ook ‘vredelievend’.
De Islam is niet genoemd naar een persoon zoals het geval is met het Christendom dat genoemd is naar Jezus Christus, of Boedisme dat genoemd is naar Gotama Buddha of Confucianisme dat genoemd is naar Cunfucius of Marxisme dat genoemd is naar Karl Marx. Noch is het genoemd naar een bepaalde stam zoals het Judaïsme genoemd is naar de stam van Judah en Hindoeïsme genoemd is naar de Hindoes. De Islam is namelijk niet door de mens verzonnen maar is door Allah zelf als naam voor Zijn religie gekozen. Allah heeft het duidelijk vernoemd in Zijn laatste openbaring aan de mens. In het laatste geschrift van de Goddelijke openbaring, de Koran, verklaart Allah:
“Heden heb ik uw religie voor u vervolmaakt, en Mijn gunst aan u voltooid, en Ik heb de Islam voor u als religie gekozen”. (Koran Surah 5: vers 3)
DE VIJF ZUILEN VAN DE ISLAM
Het geloof in de Islam steunt op vijf pilaren. Deze pilaren zijn als de fundering van een huis; wanneer je een van de funderingen weghaalt dan stort het huis in.
Bij het volgen van de juiste weg in de Islam en om te kunnen zeggen: ‘ik ben moslim’, is het dus noodzakelijk dat je in je geloof, naast het geloven in de 6 basiselementen, ook voldoet aan alle vijf de pilaren van de islam. Hieronder vind je de vijf pilaren:
1. Sahada (Geloofsgetuigenis)
2. Salaat (Gebed)
3. Zakaat (Armenbelasting)
4. Sawm (Vasten)
5. Hadj (Bedevaart)

1. SAHADA

Het Geloof begint met de Sahada oftewel de getuigenis:
“Ashadou an La-ilaha Illallah wa ashadou ana Muhammadan Rasoulallah”
Door dit te zeggen getuig je dat Er geen God is dan Allah en Mohammed  zijn dienaar en profeet is.
Alleen het uitspreken met de mond van deze getuigenis heeft geen waarde. Dit houdt in dat men de getuigenis niet accepteert door het enkel uit te spreken, maar dat men er met zijn hart in gelooft dat Allah een is en dat Hij geen deelgenoten kent. Hiernaast dient men er met zijn hart in te geloven dat Mohammed  zijn profeet is.
Voordat men de Sahada kan uitspreken moet men eerst geloven in de 6 basiselementen

2. SALAAT

Het gebed wordt vijf keer per dag verricht. Voor zonsopgang, het midden van de dag, de namiddag, de avond en ‘s nachts. Volgens overleveringen krijgt hij die zijn gebeden in een moskee in groepsverband verricht, 27 keer de beloning van een gebed dat hij alleen uitvoert. Met een schoon lichaam, schone kleren en op een schone plek onderwerp je je aan je Heer met toewijding, in herinnering, dank en vragend voor vergiffenis.
Er worden verzen uit de Koran gereciteerd met bepaalde fysieke bewegingen om je lichaam en geest te zuiveren en om zo gedurende de dag in direct contact te komen met je Schepper, Ontwikkelaar en Ondersteuner.
Het gebed maakt je rechtvaardig, in en om je heen. Behalve de vijf tijden van de verplichte gebeden die over de dag en nacht verspreid zijn, zijn er de jaarlijkse feestgebeden, de wekelijkse vrijdaggebeden en de dagelijkse vrijwillige gebeden voor alle volwassen mannen en vrouwen. Al deze gebeden bestaan uit een verplicht deel en een deel naar keuze waarvan je de onderdelen met wat inzet gemakkelijk kunt leren en uitvoeren. Dit is je eeuwige bereidheid tot vrijwillige onderwerping aan Allah’s bevelen voor eigen bestwil zonder enige bemiddeling: Je hebt geen priester of monnik nodig om je gebeden te verrichten daar je in direct nauw contact met Allah bent.

3. ZAKAAT

De derde verplichte zuil is de armenbelasting (zakaat) en heeft invloed op het economisch welzijn en spirituele opleving van de mens. Het netto spaargeld van iedere moslim behoort niet alleen hem en zijn familie toe, maar eveneens de behoeftige, de armen en zes andere sociaal zwakkere groepen, zoals voorgeschreven in de koran. Dit wordt betaald uit 2,5% over de nettospaargelden met een limiet voor contanten, juwelen, voorraden enzovoorts, gedurende het jaar waarvan de afrekening plaatsvindt in de maand Ramadan.
De zakaat zuivert je vermogen en helpt het vestigen van economisch evenwicht en sociale veiligheid. Moslimstaten zijn verplicht de zakaat te verzamelen en te verdelen, maar elders is het de plicht van de moslims zelf om deze zakaat gedurende het jaar te verzamelen en vervolgens te verdelen aan de zakaatgerechtigden.
Behalve deze verplichte betaling moedigt Allah jou aan de behoeftige en de armen, uit Zijn vrijgevigheid die aan jou verleend is, te geven. Dergelijke liefdadigheid verdient volgens de koran de beloning van 700 maal of meer.

4. SAWM

In de Heilige maand Ramadan is het vasten vanaf zonsopgang tot zonsondergang verplicht voor alle mannelijke en vrouwelijke moslims. In deze maand onthoud je jezelf van eten, drinken en seks en vermijdt je onzinnig taalgebruik en slechte daden en wijd je jezelf aan gebed, recitaties van de koran en goede daden. Gedurende deze vastenperiode moet je rein zijn van zowel lichaam als geest.
Dit is de maand van speciale zegeningen en vergiffenis van Allah. In deze maand werd het eerste vers van de heilige koran geopenbaard via de profeet Mohammed .
In de koran zijn bepaalde uitzonderingen gemaakt voor het vasten :
Zieken, de reiziger of vrouwen met menstruatie, zwangerschap of borstvoeding gevende vrouwen hoeven niet te vasten. Het vasten is goed voor je gezondheid, een training voor je spirituele opleving, koesteren van een broederschapband voor alle mensen en moslims en een totale fysieke en mentale onderwerping aan de wil van Allah voor Zijn genoegen en bescherming.
Aan het einde van de vastenmaand vieren moslims over de gehele wereld ‘Id-ul-Fitr’ (Suikerfeest) met gebeden en feestelijkheden.

5. HADJ

Het is de plicht van iedere moslim die volwassen is en bij zijn volle verstand, die rijk is en een gezond en krachtig lichaam heeft, eenmaal in zijn leven in de bedevaartstijd (de twaalfde maand van de islamitische kalender) naar de Ka’bah en de gezegende plaatsen eromheen op bedevaart te gaan.
De bedevaart is voor de moslims een middel om zichzelf openbaring tot Allah te richten om vergiffenis te vragen voor al zijn zonden door Allah plechtig te beloven om in zijn verdere leven nooit meer slechte daden te doen. Een bezoek aan de heilige plaatsen versterkt de morele en religieuze gevoelens bij de mens. Sociaal gezien lijkt de bedevaart op een internationale congres waar allerlei mensen van verschillende nationaliteiten, kleuren en rassen bijeen komen.
De gebedsuitoefeningen in de Islam hebben tot doel de mens tot een volmaakte wezen te ontwikkelen en tevens rust en orde te scheppen in de maatschappij.

Het is makkelijk om jezelf een moslim te noemen maar dat wil nog niet zeggen dat je je volledig overgeeft aan de Islam. Om je volledig over te geven aan de Islam zijn er 6 basiselementen waarin je moet geloven:

1. De Eenheid van God
2. De Profeten
3. De Boekena4. De Engelen
5. De Dag des Oordeels
6. De Voorbeschikking

1. DE EENHEID VAN GOD

Onder het geloven in de eenheid van Allah verstaat men, dat er maar één God is en dat er niemand is zoals Hij. Hij heeft geen deelgenoot; Hij verwekt niet en is ook niet verwekt; Hij is ondeelbaar in persoon; Hij is eeuwig; Hij is oneindig; Hij heeft noch begin noch einde; Hij is de Almachtige, de Alwetende, de Alrechtvaardige. Hij heeft de hele wereld lief. Hij is de Schutspatroon, de Gids, de Helper, de Genadige, de Barmhartige, enzovoort.
Allah is overal. Allah kent alle handelingen die men op aarde doet, zowel de goede als de slechte. Allah kent zelfs de geheime gedachten van mensen.
Allah heeft de wereld en iedereen daarop geschapen. Hij bemint en koestert ons allen. Hij zal ons in de hemel belonen voor al onze goede daden, en ons in de hel straffen voor al onze slechte daden.
Wij kunnen de liefde van Allah verwerven, door volledige onderwerping aan Zijn wil en gehoorzaamheid aan Zijn geboden.
Wij kunnen de wil en de geboden van Allah kennen uit de heilige koran en uit de overleveringen van onze Profeet Mohammed

2. DE PROFETEN

De Islam vereist geloof in alle profeten zonder onderscheidt, van Adam, Noah , Abraham , Ismael , Isaak , Jakob , Mozes en Jezus tot Mohammed (vrede zij met het allen)
Mohammed  is, gezonden door Allah, zoals Allah zegt in de Koran:
Mohammed is niet de vader van één van jullie mannen maar hij is de boodschapper van Allah en het zegel (laatste) der profeten. Allah is omtrent alle dingen wetend”. (Surah 33 : Ayah 40)
We beschouwen alle profeten als hemelse leraren, die kwamen om de mensheid te bekeren en te leiden naar Allah. Een moslim moet na het bezigen van een naam van een profeet , het doen volgen met de lofuiting; “Aleihi-assalam” (a.s.) of bij de Profeet Mohammed met “Vrede zij met hem” of “Sallalahu ‘alaihi wasalam” ( )
Zoals we geloven in alle profeten, geloven we ook dat alle religies van uit de Waarheid ontsprongen zijn. Maar door de tijd heen zijn ze vermengd met menselijke uitvindingen en verzinsels.Bovendien waren de meeste van deze leerstellingen plaats en tijdgebonden, waaraan later universele waarden werden toegevoegd. Wij geloven dat de Koran al deze en aanvullende leerstellingen bevat die permanent en universele waarden bezitten en die bedoeld zijn voor alle naties.

3. DE BOEKEN

Onder het geloven in de boeken van Allah wordt verstaan, dat Allah geboden en godsdienstige gedragsregels aan verscheidene profeten heeft geopenbaard, in verschillende perioden van de geschiedenis, om de mensheid te leiden. De godsdienstige boeken van Allah zijn vier in getal:
De Tauraat (de Torah)

De Zabur (De Psalmen)

De Injil (Het Evangelie)

De Koran
De Tauraat werd geopenbaard aan de profeet Mozes, de Zabur aan de profeet David, de Injil aan de profeet Jezus en de Koran aan de profeet Mohammed . De Tauraat, de Zabur en de Injil bestaan niet meer in hun oorspronkelijke vorm. De tegenwoordige uitgaven zijn slechts bewerkingen uit latere tijden.
Moslims volgen de heilige koran. De voorafgegane geboden en godsdienstige gedragsregels zijn er ook in opgenomen. De verzen ervan werden door Allah aan de profeet Mohammed  ingegeven en geopenbaard via de engel Jibrail (Gabriël). Deze verzen zijn nog steeds in hun oorspronkelijke vorm bewaard gebleven in de Arabische taal. En Allah garandeert ons dat Hij de koran zal beschermen:
Waarlijk Wij: Wij zijn het die de Maning (Qur’aan) hebben nedergezonden en voorzeker Wij zijn die het zullen beschermen (tegen vervalsing en verdraaiing) (Surah 15 : Ayah 9)
De verzen van de heilige koran werden niet op één en dezelfde tijd aan de profeet Mohammed  geopenbaard. Ze werden ofwel afzonderlijk, ofwel in gedeelten aan hem geopenbaard tijdens de laatste 23 jaren van zijn leven. Ze werden opgeschreven zoals hij ze uitsprak en onder zijn leiding gerangschikt gedurende zijn leven.
De heilige koran leert moslims om Allah te aanbidden, Hem alleen, om Zijn bevelen te gehoorzamen, die daarin staan, om de leerstellingen en voorbeelden die de profeet Mohammed  heeft opgesteld, te volgen, om goed te doen jegens anderen, vooral jegens ouders en familie, om eerlijk en waarheidlievend te zijn. De heilige koran geeft een volledig gedragspatroon voor een juiste levenswijze.

4. DE ENGELEN

Engelen zijn geestelijke schepselen van Allah, die altijd gehoorzamen aan Zijn wil en gebod. Ze zijn noch mannelijk, noch vrouwelijk. Ze hebben geen ouders, noch echtgenoten, noch zonen of dochters. Ze hebben geen stoffelijke lichamen, maar kunnen iedere vorm aannemen die ze willen. Engelen eten en drinken niet zoals menselijke wezens. Ze slapen ook niet. Moslims geloven dat engelen uit zuiver licht zijn geschapen.
De engel Jibrail (Gabriel) werd door Allah gestuurd om de heilige boodschap over te brengen aan de uitverkorenen op aarde. Deze uitverkorenen (boodschappers en profeten) zijn in alle tijdperken en in alle klimaten voorgekomen. Jibrail gaf alle openbaringen van Allah door aan de profeet Mohammed .
De belangrijkste eigenschappen van engelen zijn zuiverheid, rechtschapenheid, waarheidsliefde en gehoorzaamheid aan de wil en de geboden van Allah.
Engelen kunnen op de aarde niets doen zonder de uitdrukkelijke toestemming van Allah. De engelen handelen alleen in gehoorzaamheid aan de geboden van Allah. Zij kunnen dus niets doen op aarde, zonder Zijn bevel.
Moslims aanbidden engelen niet. Men moet alleen Allah aanbidden. Engelen zijn de dienaren van Allah en ook zij aanbidden Hem. De heilige koran zegt uitdrukkelijk dat we niemand anders dan Allah mogen aanbidden, noch mogen wij aan Hem deelgenoten toekennen.

5. DE DAG DES OORDEELS

Volgens de Islam is er leven na de dood. De Hel is een plaats waar de menselijke ziel wordt gestraft. De Hemel is het verkrijgen van een eeuwig leven van volledige blijheid en geluk door verbondenheid met Allah en door het ontwikkelen van de spirituele kwaliteiten en eindeloze positieve capaciteiten die een mens bezit.
De dag des oordeels is de dag waarop iedereen wordt beoordeeld op zijn slechte daden maar ook op zijn goede daden ook al zijn ze nog zo klein.
Iedere moslims dient altijd in gedachten te houden dat deze dag ooit zal komen en kan zich hier dus op voorbereiden.

6. DE VOORBESCHIKKING

Moslims geloven in al-qadar, de goddelijke voorbeschikking, maar dit geloof in de goddelijke voorbeschikking betekent niet dat de mensen geen eigen wil hebben. Dit betekent dat ze kunnen kiezen tussen het goede en het kwade en dat ze verantwoordelijk zijn voor hun keuze.
Het geloven in goddelijke voorbeschikking omvat het geloven in vier dingen:
Allah weet alles. Hij weet wat gebeurd is en wat gebeuren zal.

Allah heeft alles wat gebeurd is en zal gebeuren tot de Dag des Oordeels, opgetekend.

Alles wat Allah wil gebeurt en alles wat Hij niet wil gebeurt niet.

Allah is de Schepper van alles (dus van zowel het goede als het kwade).
Wanneer je het geloof goed gebaseerd hebt op al deze elementen, dan heb je de Islam geaccepteerd. En door het geloof te verklaren (Sahada), onderwerp je je aan de Islam en word je een herboren moslim waarmee je de poorten van genade en vergiffenis voor jezelf opent.

Het Gebed is een van de belangrijkste pilaren van de Islam. Sterker nog degene die niet bidt kan zich zelf geen gelovige noemen. Op deze pagina lees je alles over het Gebed. Maak hieronder een keuze uit de lijst om betreffende paragraaf te lezen.
-Belang van het Gebed
-Tijden van het Gebed
-Gebedsoproep (Azaan)
-Voorbereiding van het Gebed

Het belang van het Gebed

Het is onlogisch te denken dat Allah alleen door de menselijke ziel aanbeden kan worden. Het aanbidden van Allah moet ook lichamelijk zijn. Het lichaam moet zich buigen, neerwerpen, verplaatsen, onthouden van voedsel, reinigen, bedekken, etc. Het lichaam moet leren om de ogen, oren, tong en de handen te beheersen.
De mens is geschapen om alleen Allah de Almachtige te aanbidden. In de islam wordt aanbidding omschreven als alles dat omwille van Allah wordt gedaan.(zolang het binnen de grenzen van Allah’s bepalingen blijft).
Het gebed is een vaste en verplichte vorm van aanbidding. Het is door het gebed dat de goddelijke glorie zich inplant in het hart.
“Daarom, richt uw aangezicht oprecht tot de (ware) godsdienst, overeenkomstig de natuur welke Allah de mensen heeft geschapen. De schepping van Allah kent geen verandering. Dat is het ware geloof. maar de meeste mensen weten het niet. U tot hem bekerende, vrees Hem en leeft het gebed na en behoort niet tot de afgodendienaren.” (Surah 30 : Ayah 31-32)
Er bestaat ook een hadith welke het belang van het gebed aangeeft: Jaaber Ibn Abdullah, moge Allah met hem tevreden zijn, heeft overgeleverd: “Ik hoorde de Profeet   zeggen: ‘Met het verrichten van het gebed neemt men afstand van afgoderij en ongelovigheid.’ [De uiteindelijke overlevering door Boekhaarie] Deze hadith verklaart dus dat het niet verrichten van het gebed tot ongelovigheid, dwaling en het verlaten van de Islam leidt.

Tijden van het Gebed

Het gebed wordt vijf keer per dag verricht. De namen die aan de gebeden worden gegeven corresponderen met de tijden waarop zij gehouden worden:
Naam gebed Tijdstip gebed
1. Salatoel-Fadjr Het gebed in de morgen – Tussen de eerste ochtendschemering en zonsopgang

2. Salatoel-Duhr Het gebed in de middag – Ongeveer een kwartier van de hoogste stand van de zon tot het volgende gebed

3. Salatoel-‘Asr Het gebed in de namiddag – Laat in de middag tot kort voor zonsondergang

4. Salatoel-Maghrib Het gebed na zonsondergang – Tussen zonsondergang en het verdwijnen van de rode schemering

5. Salatoel-Isja Het gebed in de avond – Ongeveer anderhalf uur na zonsondergang tot voor de eerste ochtendschemering

De Gebedsoproep (Azaan)

De Azaan is de oproep tot het gebed die vijf keer per dag wordt geroepen vanaf de moskee, of waar er ook maar een gebedsbijeenkomst wordt gehouden. Degene die de Azaan roept (de Moeazzin) staat met het gezicht naar Mekka gericht met beide handen tot aan de oren opgeheven.
De tekst van de Azaan is als volgt:
4 x Allahoe Akbar
Allah is de grootste
2 x Ashadoe an la-illallaha illallah
Ik getuig dat er geen god is dan Allah
2 x Ashadoe anna Mohammadan Rasoelallah
Ik getuig dat Mohammed Allah’s gezant is
2 x Hayya al assalaah
Haast U naar het gebed
2 x Hayya al al Falaah
Haast U naar het welslagen
2 x Allahoe Akbar
Allah is de grootste
1 x La ilaha illallah
Er is geen God dan Allah

Aan de oproep voor het eerste gebed ‘s morgens (Salatoel-Fadjr) wordt nadat men 2 x Hayya al al Falaah heeft geroepen toegevoegd:

2 x As-salatoe ghayroe mina-naum
Het gebed is beter dan de slaap

Voorbereidingen van het Gebed
Het is niet toegestaan het gebed te verrichten zonder te voldoen aan een aantal voorwaarden. Is hier eenmaal aan voldaan dan kan men in het aangezicht van Allah soebhanahoe wa Ta’la staan.
Reinheid
Dit houdt in: het schoon zijn van het lichaam, de kleding en de plaats waar het gebed wordt verricht.
Bedekken van de geslachtsorganen
In geval van de man is hij verplicht om tenminste bedekt te zijn vanaf zijn navel tot over de zijkant van de knie. Het lichaam van de vrouw moet totaal bedekt zijn, op het gezicht en de handen na.
Juiste tijd
Het gebed moet op de juiste tijd worden verricht en het is niet toegestaan een bepaald gebed eerder te verrichten. Een moslim moet zijn uiterste best doen ieder gebed op de juiste tijd te bidden.

Richting Ka’bah in Mekka
Het gebed moet gedaan worden met het gezicht in de richting van de Ka’bah in Mekka. (vanuit Nederland moet men dan bidden naar het zuidoosten)